Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Personeelswet PTT Nederland NV

 

Artikel 6
1
Onze Minister kan, in overeenstemming met Onze Minister van Binnenlandse Zaken, in afwijking van artikel 5 gedurende twee jaren na de overgangsdatum de op de laatste dag van de kalendermaand voorafgaand aan de overgangsdatum bestaande voorziening ten aanzien van de aanspraken op ouderdoms- en nabestaandenpensioen krachtens de Algemene burgerlijke pensioenwet van de personeelsleden van de NV PTT onderbrengen bij het Algemeen burgerlijk pensioenfonds.
2
De berekening van de in het eerste lid bedoelde pensioenaanspraken geschiedt volgens bij algemene maatregel van bestuur te stellen regels.
3
Bij toepassing van het eerste en tweede lid van dit artikel is artikel 5, eerste tot en met derde lid, van overeenkomstige toepassing.
4
Bij toepassing van het eerste lid van dit artikel vervalt van rechtswege artikel 5, vierde lid, en wordt de omvang van het vermogen, dat op de overgangsdatum respectievelijk na afloop van de in het eerste lid van dit artikel bedoelde termijn door de directie van het Algemeen burgerlijk pensioenfonds moet worden overgedragen aan de krachtens artikel 5, eerste lid, door de NV PTT aangewezen instelling, bepaald door Onze Minister, in overeenstemming met Onze Minister van Binnenlandse Zaken.
5
Een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in het tweede lid of een wijziging daarvan treedt niet eerder in werking dan twee maanden na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin hij wordt geplaatst. Van de plaatsing wordt onverwijld aan de Staten-Generaal mededeling gedaan.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •